Libretto Van de Lach en de Traan

SCENE I

Libretto: Alice Zwolschen

Jij blijft onverdraaglijk, zon, je zorgt maar dat het sneeuwt.
Naar een vogel
Zong jij?
Prent dit dan in jouw vogelkop:
jij stopt nu jouw ongegeneerd gekwinkeleer!
Zing gepast voor mij zo’n matte dodenmars.
Zeven dagen,
je kan een hart ook overvragen!
Een eeuw in mijn gedachten,
je laat geen hartstocht wachten,
sar me niet, toe tart me niet, mijn allerliefste lief, alsjeblieft!

 

Parasha
Zon, hoe durf je, blauw,
ik eis grauwe luchten!
Zo bizar, jouw licht,
verblindend, jouw geschitter,
jij stopt dat stomme stralen nú, want ik wacht…
Ach, wat weet een zon van wachten,
jij staat daar, jij telt geen nachten,
jij kan niets met een getal,
maar geloof me, zeven dagen duren langer dan een eeuw.

SCENE II

Huzaar
Tingeling! Belletjes rinkelen!
Rrrrombomdom, de trom rombomt!

Parasha
Oh, die stem is zo gevaarlijk onweerstaanbaar,
speel het klaar,
dat je nu je rust bewaart.       

Huzaar
Zij heeft een bekijks zeg, dat zigeunermeisje!
Heupen draaien, als ze lichtjes met haar linten zwaait.
Doebiedie, haar heupen swingen.
Doebieda, wanneer ze zingt.
Jabadie, een lied uit volle borst,
en de trom rombomt!
Jabada, een lied uit volle borst,
en de trom rombomt!

Parasha
Woorden hoor ik graag gewoon verteld,
dus zing ze niet,
ik hoef geen liedjes.
Zigeunermeisje exit graag,
wat deed jij al die zeven dagen?

Huzaar
Een braaf verslag van elke stap,
terwijl jij zinloos wachtte?
De jouwe, ik ben van jou,
oh Parasha, ongeduldige vrouw,
ik beken, ik ben vol van jou.
Zie het schaamrood op mijn kaken,
hoe jouw schoonheid blosjes maakt,
en ik heb goede smaak.

Parasha
Stop nu, einde oefening,
bespaar me jouw ontboezemingen!

Huzaar
Blank, dat zijn je borsten,
waar de sneeuw nog bij verbleekt.

Duet Parasha / Huzaar
Parascha
Jij bent hopeloos,
wat moet ik geloven,
je bent een mooie!
Maar wat helpt, je bent vasthoudend.
Huzaar
Oh, zoveel vrolijker dan ik,
is de stola om je schouders.

Duet Parasha / Huzaar
Hartstocht groeit,
gevoed door al dat zoete verlangen,
de kracht van warme nachtgedachten,
zwoel, we gloeien rood als kooltjes,
voel je wel hoe broeierig,
voel je wel hoe broeierig…

Huzaar
Wanneer ga ik jou weer zien?

Parasha
Morgenavond, kwart voor negen, om de hoek bij het café.

Parasha
Vogel, nee, jij houdt je stil, ik wil het niet,
en zing je toch, zing dan alleen een treurig lied.

SCENE III

Moeder
God verhoede, dat jij ooit een meid moet missen,
want al het vuile werk blijft liggen,
de poort staat altijd open,
onze Wasjka miauwt doorlopend,
dus help me, lieve kind.

Parasha
Waar te beginnen?!

Moeder
Help haar te vinden.
Meiden zijn zo duur nou,
een goedkope is schaars,
vraag jij eens aan de buurvrouw.

Parasha
Geen zin om nu te gaan.

Moeder
En trek dan wel iets warmers aan.

Parasha
Mam, alsjeblieft zeg, hartje zomer,
met je-oh-je-vat-kou-syndroom,
zelfs Wasjkakat mauwt lui en loom.

SCENE IV

Moeder
Flokja, oh Flokja,
geruite schort,
een pan op schoot,
dood, wat ben jij dood.
Oude handen bleven schillen,
bleven, trillend, tot het laatst de vuilnisbak optillen.
Zo stil jij, zo stil.
Jij verraste gasten,
tafels rijk gedekt,
zilver bestek,
keurig net op schone tafellakens,
en met bubbels in de glazen,
en standaards voor een kaars.

Ach, er was een tijd van dampende soep,
van brood en zout en verse snoek.
Maar die is voorbij,
net zo voorbij, Flokja, als jij.
Jij was er tot je laatste dag,
wat staat mij nog te wachten?
‘Hallo, ik ben het nieuwe meisje,
een chagrijn, onbetrouwbaar ook, een tikkie vals.
En wat ik uw gasten zal serveren,
dat zullen zij, vrees ik, u nooit meer vergeven.
Uw stuk verdriet zolang u leeft!’

SCENE V

Buurvrouw
Een goede gezondheid wens ik je toe!

Moeder
Petrovna!
Dat werd wel weer de hoogste tijd!

Duet Buurvrouw / Moeder
Dat werd wel weer de hoogste tijd,
dat werd weer de hoogste tijd!
Het weer is mooi,
dat kan toch niet perfecter?
Echt, dit weer is perfect,
geen wolkendek, echt perfect!
Dit weer, dat is een godsgeschenk,
een godsgeschenk!
Maar ’s winters dan wordt het minder,
van lome zomers verdwijnt ieder spoor,
ohohooo!
De nachten lang, de dagen kort,
wanneer het straks weer winter wordt.

Moeder
De winter wil een kale boom,
hij wist de sporen van de zomer.
Hij wist, als hij zijn vrieskou start,
de zomersporen in mijn hart.

Buurvrouw
In de winter begroef jij jouw Flokja,
arme Flokja, droef was dat.

Moeder
Weet je, Petrovna
soms dan vergeet je…

Duet Buurvrouw / Moeder
… de voorzienigheid,
want die voorspelt,
óf het wordt hemels óf hels.

Moeder
Maar mag ik wel, de voorzienigheid ten spijt,
ik leef al even zonder meid,
al mijn frustratie kwijt, zonder meid!

De tijd vertelt of het hemels wordt of hels.
Wat wordt het, de tijd vertelt het,
hemels of hels.

Buurvrouw
Natuurlijk!
Zonder meid, dat is geen leven!
Ik begrijp dat dat heel veel onrust geeft.
Ik zelf heb wel een meid,
heel bescheiden, met een ijver,
en veel geld ben ik, godlof, niet aan haar kwijt.

Moeder
Mijn Flokja vroeg haast bijna niks.

Buurvrouw
Bescheidenheid betaalt zich uit,
met Flokja had je goud en voor een prikje,
maar zij was dan ook voorbeschikt.

Moeder
Beweer jij,
dat ik nergens op moet rekenen,
dat mijn kansen zijn verkeken,
dat de voorzienigheid gaat stoppen
met gulle giften,
ik niet altijd mee kan blijven liften,
en dat na zeven hele vette jaren,
de voorzienigheid voorlopig wel even met me klaar is?
Alleen nog distels op mijn pad,
is dat mijn lot, beweer je dat?!

SCENE VI

Moeder
Parasha, kind, waar was jij al die tijd?

Buurvrouw
Hé jij!

Parasha
Mam!
Wat stond er op je lijstje?

Moeder
Dank de voorzienigheid,
een meid, een nieuwe meid!

Parasha
Ze liep gewoon op straat,
hoe kon ik haar daar laten?

Moeder
Het lot bepaalt zoals dat gaat.

Trio Moeder / Buurvrouw / Parasha
Luister meisje, dit kan je verwachten:
dag en nacht houd jij een wakend oog,
en hou ze hoog, die ballen, dag en nacht.
jij doet voortaan álles.

Buurvrouw
Wat vraagt ze, heb jij naar een prijs gevraagd?

Parasha
Dat geld dat komt, maar werken doet ze graag!

Moeder
Naar Mavra
Jouw prijs is?

Mavra
Precies zoveel als u kan missen

Moeder
Je naam, wat is jouw naam?

Mavra
Ik heet Mavra.

Buurvrouw
Elk woord klinkt licht wanneer jij praat!

Parasha
Goed werk verricht, mijn missie lijkt geslaagd.

Kwartet Parasha, Buurvrouw, Moeder, Mavra
Mavra
Ik hoorde van Flokja’s dood.
Mijn voorbeeld, uw Flokja,
uw dode Flokja, was zoveel meer dan personeel,
veel meer dan zeer professioneel.
Zij was volmaakt, zij was volmaakt,
geen plicht verzaakt, van vaat tot lakens,
och Flokja, jouw vaat, jouw schone lakens.
Voor Flokja diep ontzag,
ik hoop te gaan voldoen aan de verwachtingen!

Trio Parasha / Buurvrouw / Moeder
Flokja is dood, goede goden!
Flokja was meer dan personeel,
meer dan professioneel.
Tien jaar gediend, tien jaar gediend, tien jaar gediend!
Bij Flokja past het woord: volmaakt,
in zoveel jaar geen plicht verzaakt,
van vaat tot schone lakens.
Wees ongemerkt, een taaie steun en toeverlaat.
Flokja had dat zachte en ook dat veerkrachtige.
Begin, begin, lieve kind, wij  gaan niet voor minder.
Doe alles net als onze oude Flokja,
al ben jij Mavra,
’t meisje van erna.

Buurvrouw
Ik ga nu,
dag, tot ziens!
Naar Mavra
Duet Buurvrouw / Moeder
Haar keuken vraagt om een prinses,
dus veel succes!
Moeder
Ik ga ook, genoeg gekletst,
ik denk wel dat jij (Mavra) het redt.

Moeder
Parasha, toon haar als ik weg ben,
de inhoud van de bezemkast:
mop en schuurspons, de dweil.
Je hebt me blij verrast (met Mavra),
maar hou een oogje in het zeil.

SCENE VII

Mavra
Parasha!

Parasha
Ah! Wassily, wondertje,
jij bent mijn zon, mijn rode zon!

Mavra
Ah! Parasha, mijn beminde,
dit voelt zoveel sterker
dan een oorlog overwinnen!

Duet Parasha / Mavra
Nooit, nooit de herinnering veranderen
aan deze dag,
dit blijft, ditzelfde!
We laten de herinnering in tact,
aan deze prachtige dag!

Parasha
Buiten marsmuziek, ik loerde stiekem,
een konvooi,
bloedmooi stond jij daar, mijn huzaar.
Je wist je ongezien,
je oogde zo masculien!
Dat plaatje van die bebaarde huzaar…
Duet Parasha / Mavra
… dat blijft in mij/jou voorgoed bewaard.
Dat plaatje van huzaar met baard
dat blijft bewaard,
dat blijft voorgoed bewaard.

Huzaar
Maar… Parasha, in het voorbijgaan,
zag ik jou ook achter het raam staan.

Duet Parasha / Mavra
Ik zag die nacht,
diep donkerblauw,
een beeld van jou,
dat niet verflauwde.

Ik keek je aan,
verrukt was ik,
van de lichtjes in jouw blik.
En jouw naam werd eindeloos herhaald,
jouw naam werd eindeloos herhaald.

Mavra
Ik riep, terwijl ik sliep.

Parasha
Ik doolde in een lome droom.

Mavra
Ik sliep, ik riep je,
ik zong een lief liedje,
maar het deed je niets.

Parasha
Onbereikbaar in een ijle slaap.

Mavra
Waar je verloren wacht op een antwoord.

Duet Parasha / Mavra
Maar nu, van slaap naar waak,
ben jij zo aanraakbaar!
Geen schimmigheid tussen ons in,
het kan nu echt beginnen: ons grote samen,
geen heimlijk kijken,
weg met valse schaamte,
we maken zonder schroom, een nieuwe, échte droom,
een nieuwe, échte droom, een échte droom!
Oh, wij tweeën verder,
met Cupido als tedere derde.
Wij tweeën verder met Cupido als speelse derde.
Goed trio, wij twee met Cupido,
een stevig bondje zo, met Cupido.
Wij tweeën samen verder,
met Cupido als kleffe derde.
Amors liefdestrio!

Moeder
Parasha!

SCENE VIII

Parasha
Mama!
Lieve help!
Naar Mavra
Pak snel een borstel!
Hier, een schort!

Moeder
Naar Mavra
Je bent er nog!
Maar nu zonder mijn dochter,
wij moeten ergens heen
en jij blijft hier, maar dan alleen.

Parasha
Naar Mavra
Ai, onze tijd is om,
Naar Moeder
Ik kom.

Mavra
Naar Moeder
Ik blijf, zij heeft mij veel geleerd.
Naar Parasha
Parasha!
Help, het liefst wil ik ‘m smeren!

Duet Mavra / Moeder
Mavra
Naar Moeder
Ik blijf, zeker weten!
Moeder
Nou, des te beter
des te beter!

SCENE IX

Mavra
Hoe lang, wie weet hoelang,
ik met mijn passen deze breedte blijf meten?
Tot de eerste ster zich aandient in de verte,
en het huis zacht is ingedut, volledig uitgeput?
Ik wil alleen met jou,
van middernacht tot aan de morgendauw.
Oh, liefdesvuur, hoger en hoger, vlamt in jouw fonkelogen…
Ik wil met jou alleen, ik wil alleen met jou
van middernacht tot morgendauw.
Jij hoort mij als ik zonder woorden jou beken,
dat jij voor mij de zomer bent,
tintelende lippen, warm,
de lucht die trilt.
En in dat stille zinderen,
zuchten wij,
luister jij en fluister ik zomerwoordjes in je oor.

Al wat ik weet, dat moet jij weten,
wat ik vergeten ben, mag jij vergeten.
De dag begint met jou beminnen,
dat als de ochtend gloort, ik jou bestook met zomerwoordjes.
Ik ben en blijf een heer,
ik moet me even scheren.
Niemand heeft dit in de gaten.
Beetje scheerschuim,
waar is m’n mesje, hier!
En nog wat… water.
De tafel wiebelt,
de handdoek kriebelt!

Moeder
Een man, wie is die man…

SCENE X en XI

Moeder
… die griezel?!

Mavra
Bewaar me, Lieve Heer!

Moeder
Bandiet!
Valt flauw
Daar ga ik!

Parasha
Moedertje!
Haal water, buurvrouw!

Mavra
Parasha!

Parasha
Snel wat water, geef me zout!

Mavra
En waar moet ik verstopt?!

Parasha
Moedertje!

Mavra
Dat oudje knapt vast snel weer op.

Parasha
Wat een ramp!

Buurvrouw
Oh God, bescherm haar,
ze ligt voor pampus!

Moeder
Grijp hem!

Mavra
Tot ziens!

Buurvrouw
Houd de dief!

Parasha
Wassily!

Buurvrouw
Schurkenstreek,
wie houdt hem tegen?
Goede God, gaat zij dit overleven?

Parasha
Wassily!
Wassily!